Artikelbeheer vervolg

Share on facebook
Share on linkedin

Ik ga u nu meenemen naar de eerste stappen van de artikel implementatie. De basis voor welk project is de artikeldatabase die nog ingericht moet worden.
Natuurlijk kun je gaan voor de basis database, maar beter is een eigen nieuwe database in te richten.

Engineeren is vooruitzien.
Het ERP veld geworden kan bijv. dienen als referentie voor een koppeling met een inkoop systeem. 
Uiteindelijk zal de workflow er als volgt uitzien.
  • Aan mij de taak om de artikelen aan te vullen met de benodigde gegevens. 
  • Collega’s gaan bezig met het schema en gaan in artikelbeheer starten met het maken van de bouwgroepen.
  • Uiteindelijk zal alles samengevoegd en getest worden op de juiste werking.
  • En specifieke zaken zullen door mij worden uitgezocht en in een later tijdstip gedeeld met mijn collega’s.
Daarnaast is er continu overleg omtrent de voor van de macro’s in algemene zin, met name ook de schema macro’s, beste opbouw, testen, meldingen beheer enz. enz.
Alles gaat pas live als het door en door getest is. 

Niet uitsluitend voor de paneelbouwer.

Ook zullen we kijken welke verwerkingen we nodig hebben om de paneelbouw van de juiste informatie te voorzien. 
Alleen paneelbouw is niet leidend in de opzet van de schema’s en verwerkingen.

Waarom? Omdat een paneel alleen in de beginfase bij de paneelbouwer staat. Daarna staat die bij de klant.
Informatie is nodig voor de technici die de machine gaan installeren en in bedrijf stellen, alsmede de mensen die onderhoud moeten plegen en storingen moeten oplossen.

De juiste documentatie snel op de plek van de storing voorhanden hebben is een pre. Anders komt de productie in gevaar.  

Artikeldatabase.
Hierin kennen we 4 vormen:
– Standaard database
– Probeer database
– Beheer database
– Live database
De standaard database is de database zoals geleverd door EPLAN.
De probeer database is de database om zaken te testen, eigen artikelen aanmaken en gebruiken. Ofwel een grote “bak” van niet terzake doende artikelen.
De beheer database is de database van nieuwe artikelen, die aangevuld worden met de juiste gegevens, zoals bijv. artikel documenten in pdf, extra waarden die we willen weten en ga zo maar door.
Uiteindelijk als alles getest is, dan word het gekopieerd naar de live database, dat is de database die uiteindelijk gebruikt zal gaan worden als we daadwerkelijk de schema’s gaan maken.
Artikeldatabase nader bekeken.
Welke gegevens willen we vast leggen binnen artikelbeheer.
Allereerst de bekende gegevens, zoals breedte, hoogte en diepte.
Maar ook certificeringen zoals UL.
Ook hebben we speciale extra velden aangemaakt in de vrije eigenschappen.
Beveiligen van velden.
Om nu te voorkomen dat onze velden die we zelf hebben aangemaakt, overschreven gaan worden, hebben we deze beveiligd tegen overschrijven bij import.
Dat is een optie bij Artikelimport in het veld Velden beveiligen op […].
Documenten
Dan ook de documenten die een eigen plek krijgen in de EPLAN mappen.
Dit zijn andere documenten dan bij de standaard import van artikelen worden meegegeven.
Document 1: Engelse taal
Document 2: Nederlandse taal
Document 3: Duitse taal
Voordeel: 
Een vaste plek op het netwerk. Geen link naar internet, deze kunnen wijzigen.
Bij maken van pdf kunnen deze documenten worden bijgevoegd bij de gemaakte pdf. Engels is in deze preferent.
Het step file en 3D model.
 Deze word, of gebruikt van de fabrikant, of opgehaald van internet en in sommige gevallen ook zelf gemaakt. Het zelf maken heeft vaak weer te maken met het juiste kleur gebruik en vooral ook het niet te ingewikkeld maken van de step file. Immers wat in een apparaat zit is geheel niet interessant. Alleen de buitenzijde.
Hoe lichter de step file hoe sneller het straks in EPLAN.
3D Macroproject.
Per fabrikant maken we een 3D macro project. Per macro word de plek ingesteld waar de macro’s worden weg geschreven. We hebben gekozen voor een eigen plek op de server in de volgende vorm
…{fabrikant}3D{voorletters fabrikant}_{naam macro}_3D.ema
Nu wijken we af van de structuur van EPLAN en volgen onze eigen structuur.
De schema macro’s worden geplaatst in 
…{fabrikant}
Dus staat alles mooi bij elkaar.
Stepfile inlezen.
Ik heb eerst de mate van detaillering bij import ingesteld. Voor grote objecten zo klein mogelijke detaillering, voor kleine objecten (wartels) zo groot mogelijke detaillering.

Zodra ik de stepfile geladen heb, ga ik eerst (indien nodig) alle logische items combineren. Het hangt er een beetje af hoe de macro eruit ziet.

Dan voeg ik het montageoppervlak toe, zet de view op ZO-isometrisch en kijk of richting klopt.
Dan word de handle geplaatst, de naam ingevuld enz. Enz.
Vervolgens ga ik kijken of er nog montagepunten nodig zijn om andere artikelen te kunnen koppelen op het 3D ontwerp. Met name met de Lenze regelaars is dat het geval. De namen van die montagepunten maak ik gelijk aan die genoemd in de gegevens van de fabrikant.
Aanvullende onderdelen die dan nog geplaats moeten worden, krijgen een handle met een al dan niet vast toegewezen montagepunt.
Er zijn in de Lenze regelaar enkele units die een vaste plek hebben.
Aansluitbeelden.
Per onderdeel maak ik tevens de aansluitbeelden aan. Dit geeft informatie over de aansluiting en word straks gebruikt bij het routeren van de bedrading. Ik probeer zoveel mogelijk in te vullen, draaddiktes, wat voor type aansluiting is het, maar ook het aandraai moment. Immers in de 2.8 is het nu mogelijk die mee te exporteren naar een bedradingslijst.
Boorsjabloon.
Ook een boorsjabloon maak ik aan daar waar nodig is. En soms zijn er meerder per artikel aanwezig en kan men een keus maken. Zie hiervoor de Rittal koelers.
Apparaat geschikt voor rail bevestiging en boringen
Dat komt ook vaak voor. Dan maak ik een tweetal varianten. Een die snapt op de rail. De ander die snapt op de montageplaat.
Pas als een variant snapt op de montage plaat word het boorpatroon zichtbaar. 
Het is mogelijk om te kiezen dat het boorpatroon altijd geboord moet worden, hetgeen een instelling in het boorpatroon is.
Verder verloop artikeldatabase.
De artikeldatabase word nu gevuld door mij en mijn collega’s. Vaak als artikel, maar soms ook als bouwgroep. En hierbij doel ik op bijv. de Lenze reglaars welke uit meerder onderdelen bestaan. 
Vandaar dat de montagepunten de unieke namen krijgen.

Testcyclus. 
Als dan alles voltooid ga ik de combinatie schemamacro, artikel, 3D model testen in de 3D omgeving met een aantal klemmen.
We maken gebruik van het paneel zoals gebruikt word bij de kantbank machines. Dit laatste is zeker noodzakelijk, alleen dan weet je of het werkt in onze omgeving.
De test is om te kijken of:
  • Welke meldingen getoond worden in meldingen beheer (en dan oplossen of uitzetten)
  • Het plaatsen van het 3D component goed verloopt.
  • Of alle onderdelen vanuit de bouwgroep op de juiste manier geplaatst worden
  • De routering juist is
  • De boorpatronen juist uitgelijnd zijn.

Als dat zo is, dan krijgt het onderdeel een vinkje, en kan het gebruikt worden.